SV | En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is. |
WLC | וַיִּתְפַּלֵּ֣ל אֵלָ֗יו וַיֵּעָ֤תֶר לֹו֙ וַיִּשְׁמַ֣ע תְּחִנָּתֹ֔ו וַיְשִׁיבֵ֥הוּ יְרוּשָׁלִַ֖ם לְמַלְכוּתֹ֑ו וַיֵּ֣דַע מְנַשֶּׁ֔ה כִּ֥י יְהוָ֖ה ה֥וּא הָֽאֱלֹהִֽים׃ |
Trans. | wayyiṯəpallēl ’ēlāyw wayyē‘āṯer lwō wayyišəma‘ təḥinnāṯwō wayəšîḇēhû yərûšālaim ləmaləḵûṯwō wayyēḏa‘ mənaššeh kî JHWH hû’ hā’ĕlōhîm: |
En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!